Foto van Etoile en Sipointe (genomen door Geoffroy Delorne)
“Ze ligt voor mij op enkele meters afstand, dodelijk verwond in haar borst. Ze trilt. Ik praat tegen haar, ik herinner haar aan de mooie momenten die we samen hadden. Ik probeer mezelf gerust te stellen maar ik ben geraakt in het diepste van m'n ziel. Ik weet dat op deze plek van haar lichaam, de wond te erg is om nog maar iets te kunnen doen. Ze kijkt me aan met vriendschap in haar ogen en tilt heel langzaam haar hoofdje op. Een paar zonnestralen proberen door de breken uit de hemel. Vogels vliegen om haar heen in de zoete herfstlucht. De tranen vullen mijn ogen en een zekere haat welt in mij op want diep in mijn hart weet ik nu dat zij niet het lange leven zal hebben dat ik haar zo had toegewenst, een leven dat heel langzaam uit haar vermoorde lichaampje aan het verdwijnen is. Ze kijkt me aan terwijl ze zachtjes kreunt, voordat ze uiteindelijk haar kopje langzaam op de aarde laat zakken. Op de ijzige en vochtige grond van de herfst, ligt mijn kameraadje in dit melancholieke decor te sterven. Haar verdriet is daar, temidden van deze troosteloze omgeving. ….. Ze sluit haar ogen.... De zon is inmiddels gezakt.... Ik blijf daar nog zeker voor een paar minuten voor het levenloze lichaam van mijn vriendin zitten. Uiteindelijk pak ik haar op, neem ik haar in mijn armen om haar ergens heel ver weg te begraven, ver van deze plaats waar ze is vermoord, en waar niemand haar zal vinden. De 20 kilo's in mijn armen wegen me letterlijk en figuurlijk zwaar. Mijn kracht verdwijnt langzaam uit m’n lichaam maar ik wil niet dat mijn vriendin ergens in een diepvriezer en daarna op het bord van een mens terecht zal komen. Ze heeft meer verdiend dan dat, ik waardeer haar, ze had tenslotte een naam, Etoile....
Ik bedek haar lichaam met aarde, twijgen, mos in de hoop dat de geur van het rottende lichaam die er in de komende dagen zal komen, niet zal worden opgemerkt door één van de honden van de jagers. Het regent, ik ben door en door nat, ik ril van de kou, maar ik wil zo snel mogelijk terug naar Sipointe, Daguet et de kleine Chévi, die nu moederloos is geworden. Ik zoek de hele nacht door. In de vroege ochtend vind ik ze eindelijk. Zij ook zijn gevlucht van de jagers en ik ben blij ze allen in levende lijve te zien. Daar zijn ze, gezond en wel met de kleine Chévi. Daguet en Chévi liggen te slapen. Sipointe staat en licht zijn kopje op. Ik weet niet of het door mijn emoties komt die doorschemeren of de geur van het bloed van Etoile op mijn kleren, maar hij komt naar me toe, bang en trillend, besnuffelt me even en rent snel en blaffend weg. De emoties nemen de overhand, ik huil. Ik ben bang mijn vriend te hebben verloren. Misschien denkt hij dat ik het ben geweest die zijn levensgezel heeft vermoord? Hij is heel zeker naar haar op zoek, maar ik weet dat hij haar niet zal vinden want Etoile is er niet meer. ....
Een paar uren later komt Sipointe terug. Hij komt op me af, kijkt me lang aan, ruikt aan m'n kleren terwijl hij om me heen loopt en uiteindelijk likt hij m’n bebloede broek. Het dringt tot me door dat hij het begrijpt. Ik weet niet hoe, maar aan z'n hele postuur en met zijn gedrag wil hij me laten weten dat hij het nu begrijpt. Mijn verdriet wordt vervangen door vreugde. Hij verwijt me niets en onze vriendschap zal er niet onder lijden....
We zijn de rest van de dag samen. Sipointe lijkt nog steeds naar haar, Etoile, te zoeken, en Chévi uit zo nu en dan zachte snikjes. Ik weet niet hoe, maar Sipointe vindt uiteindelijk toch het graf van Etoile terug. Hij draait om het graf heen met de kleine Chévi, die de geur van zijn moeder herkend heeft. Hij maakt kleine geluidjes, uiteraard hopende dat zijn moeder hem zal antwoorden. Ik vind dit zo vreselijk om te zien. Ik ben erg van slag. Ik krijg een gevoel van medeplichtigheid, want het was ik, die haar niet heeft kunnen beschermen tegen de jagers. Na enkele uren, gaan we allen van het graf weg zonder er ooit weer terug te komen. Ik heb het gevoel dat er een bladzijde van onze geschiedenis is omgeslagen en ik kan het niet accepteren. De dagen die volgen in gezelschap van Sipointe en zijn enorme levenskracht, leren mij dat je nooit spijt moet hebben. Er zijn per dag zo vele doden in de harde natuur dat je dagen achtereen zou kunnen zitten huilen in het bos. Het leven gaat door. Sipointe neemt de kleine Chévi onder zijn hoede. Hij blijft de rest van de winter en het voorjaar bij zijn vader, die nu véél meer tijd met zijn zoon doorbrengt dan voor deze verdoemde dag.”
Nee, dit is geen fictie, dit is een waargebeurd verhaal en het gaat niet over een jonge menselijke moeder, haar levensgezel en haar zoon. Ik heb jullie een deel laten lezen (vertaald uit het frans) uit het boek ‘Ma Vie Sauvage avec les Chevreuils” (mijn wilde leven met de reëen) van Geoffroy Delorne. https://lechevreuil.wixsite.com/geoffroy-delorme Geoffroy Delorne, een uiterst vriendelijke, inspirerende, jonge man (wij hebben hem ontmoet,) heeft door familieomstandigheden, 10 jaar lang met reëen geleefd in het bos van Normandië. Dag en nacht, hij sliep met ze, hij at en dronk met ze, hij deelde vreugde en verdriet met ze. Hij leerde ze wanneer de jagers in het bos waren. Hij leerde ze zich te verschuilen in een Natura 2000 gebied, waar de jagers niet mochten komen. Wat zou ik toch graag willen dat hij de edelherten in de Oostvaardersplassen ook zou kunnen leren de jagers van Staatsbosbeheer in opdracht van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten Flevoland te kunnen ontwijken, te kunnen schuilen in een Natura 2000 gebied. Maar wat is nu het geval? Dat kunnen ze niet. Want ze zitten er midden in, in dat Natura 2000 gebied. Als gefokte leeuwen in Zuid-Afrika in een zogenaamd omheind natuurgebied, worden de herten straks afgeslacht zonder enige schijn van kans. “Canned hunting” noemt men dat. Reëen zijn geen edelherten, laten we daar duidelijk over zijn. Maar geloof mij, ze zullen dezelfde gevoelens hebben als Chévi, Sipointe en Etoile. En hun familieverbanden worden spoedig in de Oostvaardersplassen - het toeristenpark Nieuw Land in Flevoland Holland - volledig aan flarden geschoten. En laten we het over de nabestaanden die al die stress moeten hebben ondergaan en al dat bloedverschieten zullen ruiken, nog maar niet hebben!

Chévi nu 14 jaar oud

Geoffroy Delorne met één van zijn reëen

Deze tekst staat ook op facebook